DEN 'STIEL'

Ook brandweermannen moeten de stiel leren …


Waar er bij de oprichting in 1872 vooral op het gezond verstand en de kundigheid van de brandweermannen werd gerekend voor het uitvoeren van interventies, is na verloop van tijd ook aandacht besteed aan een degelijke opleiding voor brandweermannen en bevelvoerders.


Als we er het “Reglement van het Corps der Vrijwillige pompiers binnen de Gemeente Moorslede” van 1920 op nalezen zien we dat er dan al werd ingezet op oefenen en dat er daarvoor strenge regels werden gehanteerd. Er gingen ‘boetes’ aan vast bij het missen van een opleiding of oefening. Er werd een deel van hun ‘wedde’ afgetrokken per gemiste oefening , te laat komen op een oefening of opleiding, enz.


Zo getuigen boeken in ons archief: “Catechismus van den Brandweerman” geschreven door Kpt. G.A Welsch van Brandweer Gent in 1922, “Gemeentelijke Brandweer – Algemene onderrichtingen” uit 1926, “Brandweerdienst – Grondbeginselen” uit 1938, “Oefeningen voor de Brandweer” uit 1959, een “Handboek voor brandweer-onderofficier” en “Organisatie van de brandweerdiensten – Blusverrichtingen – Verschillende branden” uit 1970 dat de toenmalige bevelhebbers zich toen al inzetten voor de opleiding en organisatie binnen de brandweerpost.

Catechismus van de Brandweerman 1922

Wil je deze ‘catechismus’ eens nalezen, kijk dan gerust eens op onze site of achteraan dit boek voor een aantal fragmenten. Voor de opleiding van de brandweermannen werden er later “brandweerscholen” opgericht en werden er cursussen gegeven afgestemd op de graad/functie die de brandweerman wenste te behalen. In West- Vlaanderen was dit in de brandweerkazernes van Kortrijk, Roeselare, Brugge, Poperinge en Veurne.


Later werd het Wobra opgericht: West-Vlaams Opleidingscentrum voor brandweer-, reddings- en ambulancediensten die nu gehuisvest is op het POV “Provinciaal Opleidingscentrum Veiligheidsdiensten” te Zedelgem (voormalige militaire site), waar er de beschikking is over up-to-date uitgeruste leslokalen voor de theoretische opleidingen, praktijklokalen voorzien van de alle nodige hulpverleningsmaterialen, hydraulisch bevrijdingsmateriaal, enz., een vuurhal waar de “warme praktijkopleidingen” doorgaan om zo een realistische brand te kunnen simuleren in woning en industrie, een buitenkoer waar diverse brandscenario’s kunnen gesimuleerd worden. Voor diverse incidenten worden er oefenkaarten opgemaakt die als leidraad dienen voor de opleidingen in al de brandweerscholen, zo worden de inzet bij een incident overal op dezelfde manier aangeleerd.

Door het jaar heen dienen de brandweermannen, los van de brevetcursussen die ze moeten volgen om te kunnen doorschuiven naar een hogere graad/functie, ook hun vaardigheden op peil houden. Dit gebeurt, binnen de post, aan de hand van maandelijkse postoefeningen, die doorgaan op de eerste zaterdag van de maand, opleidingen op zondagvoormiddag of tijdens de week over een bepaald onderwerp of techniek, enz. De postoefeningen gaan door op een locatie op ons grondgebied en dit bij bedrijven, rusthuizen, scholen, enz. Zo dragen de realistische oefeningen bij tot betere interventies.


Ook dienen er een vast aantal uren vorming gevolgd te worden, buiten de post, in het WOBRA om de nieuwste technieken eigen te maken op gebied van technische hulpverlening, brandbestrijding en incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS). Door de opleidingen gecentraliseerd te geven in gemengde groepen, over de verschillende korpsen heen, wordt de samenwerking op gemeenschappelijke interventies een heel stuk beter. De diverse opleidingen zijn gericht op de verschillende doelgroepen binnen het korps: de brandweermannen, de onderofficieren en de officieren.